Een jonge orka die zonder familie ergens opduikt; dat is foute boel! Dit overkwam Northern Resident orka Springer (A73). Gelukkig is met grote inzet van mensen en donaties een succesvolle reddingsoperatie in gang gezet. En dat het succes jaren later nog eens werd bevestigd is bijna te mooi om waar te zijn…
Door Annemieke Podt / Juni 2016 & update augustus 2017
Met dank aan Lynne Barre (Mariene biologe bij NOAA Fisheries)
Op 1 november 2001 werd een eenzame orka gezien in Puget Sound. Er volgden meer meldingen van waarschijnlijk dezelfde orka bij Vashon Island, waaronder een waarneming in januari 2002 door Ken Balcomb van the Center for Whale Research en Mark Sears. Het was nog een jong dier, volgens hun inschatting zo’n tweeëneenhalf jaar oud. Ze hadden echter geen idee wie de orka was en waar het dier vandaan kwam.
Wie is het?
Met behulp van foto-identificatie werd uitgezocht wie de orka kon zijn. Graeme Ellis dacht de orka te herkennen. In de zomer van 2001 had hij een jonge orka bij vrouwtjesorka G50 zien zwemmen in Queen Charlotte Strait. Hij veronderstelde, wat later niet bleek te kloppen, dat deze jonge orka een kalfje van G50 was. Naast foto-identificatie werd ook via akoestisch onderzoek naar de herkomst van de orka gezocht, door geluidsopnames te maken van Springers vocalisaties. Overeenkomsten met de A-Clan van de Northern Residents werden gevonden. Helena Symonds van Orcalab herkende het type geluid van Sutlej (A45), een vrouwtjesorka uit de A24 matriline die werd geboren in 1983. De jonge orka in Puget Sound moest Springer (A73) zijn, de dochter van Sutlej. Ondertussen zocht Graeme Ellis door in zijn foto catalogus en vond een match tussen de oogvlek van de orka bij Puget Sound en een foto van Springer.
De afkomst van Springer
Springer werd in de winter van 1999/2000 geboren. Op 9 juni 2000 zagen onderzoekers John Ford en Graeme Ellis haar voor het eerst. Ze kreeg de benaming A73, omdat ze in de A pod werd geboren. In september 2000 werden Springer en haar moeder Sutlej voor het laatst samen gezien tijdens een waarneming in het zuiden van Alaska. In het jaar daarop werd de familie van Sutlej en Springer regelmatig gezien, maar zonder hen, waardoor werd vermoed dat ze allebei waren overleden. In augustus 2001 werd G50 met een jong kalf gezien, dat achteraf gezien niet haar eigen kalf, maar Springer bleek te zijn. De groep van G50 werd in het najaar gezien ten westen van de monding van de Strait of Juan de Fuca die naar Puget Sound leidt. Het is niet bekend of Springer toen nog met G50 mee zwom. Wat er precies is gebeurd waardoor Springer eenzaam in Puget Sound belandde is niet te achterhalen. Zeer waarschijnlijk is Springers moeder overleden en is Springer rond die tijd haar familiegroep kwijt geraakt. Daarna heeft ze tijdelijk aansluiting bij G50 gevonden, maar uiteindelijk dook ze alleen op in Puget Sound.
Wat nu?
Nu de identiteit van de eenzame orka duidelijk was, kon worden gekeken naar de toekomst. In februari 2002 brachten een delegatie van het Vancouver Aquarium, waaronder een dierenarts, en wetenschappers van NOAA een bezoek aan Springer om haar gezondheid te onderzoeken. Volgens hun observaties had Springer een afwijkende huid, was ze lusteloos en mogelijk ook ondervoed. Daarnaast rook de adem van Springer niet goed, een indicatie dat ze haar vetreserves aan het verbruiken was doordat ze te weinig voedsel had. De overlevingskansen van Springer waren klein als niet ingegrepen zou worden. Mogelijkheden om Springer terug te brengen naar haar familie werden onderzocht. De kans op een succesvolle hereniging was groot, doordat haar exacte familie bekend was en men wist waar deze familie gevonden kon worden. Er werd een voorstel gedaan voor een reddingsplan en er volgden maanden van discussiëren. Het was bijvoorbeeld belangrijk dat Springer geen ziektes had die ze kon overdragen aan haar familie. Op 24 mei 2002 werd definitief besloten om in te grijpen en Springer te vangen.
“De overlevingskansen van Springer waren klein als niet ingegrepen zou worden.”
Minimaal contact met mensen
Begin juni werd begonnen met Springer te laten wennen aan mensen om haar heen. Op 13 juni 2002 was het zo ver, Springer werd gevangen. Eerst kreeg ze een touw om haar staart en werd ze in een hangmat begeleid. Daarna werd ze aan boord van een boot gehesen voor medisch onderzoek. Uiteindelijk werd ze in een drijvende kooi van netten gelaten in Manchester, Washington. Hier kon Springer medische hulp krijgen en werd ze bijgevoerd met levende zalm. Dit voeren werd gedaan via een buis, zodat Springer mensen niet zou gaan associëren met voedsel. Ook ander contact met mensen werd minimaal gehouden. Springers gezondheid verbeterde en nadat uit testen bleek dat Springer geen ziektes had kon de verhuizing van Amerikaanse naar Canadese wateren beginnen.
Weer thuis
Springers reis terug naar huis begon op 13 juli 2002. Met een hangmat werd ze uit het water gehesen en in een transportkist op een catamaran gelaten. Met deze boot werd ze vervoerd naar Dong Chong Bay op Hanson Island. Na een tocht van 10 uur werd ze daar opnieuw in een met netten gemaakte kooi in zee gelaten. De nacht na aankomst had Springer voor het eerst contact met haar familie toen er orka’s van de A pod langs zwommen waar Springer mee communiceerde.
Overdag zwommen er opnieuw orka’s langs Dong Chong Bay. Er werd besloten om Springer vrij te laten nadat er zenders op haar rugvin waren bevestigd. Nadat het hek werd geopend zwom Springer op de andere orka’s af, maar sloot zich helaas niet aan en ging haar eigen weg. In de daaropvolgende dagen kon het team Springer volgen dankzij de zenders. Een dag later sloot Springer zich kort aan bij andere orka’s bij rubbing beach in Robson Bight. Aan de krassen die andere orka’s met hun tanden op Springers huid hadden gemaakt was te zien dat dit samenzijn niet geheel vriendelijk was verlopen. Ook vertoonde Springer soms gevaarlijk gedrag door boten te benaderen. Op 18 juli werd Springer samen met andere orka’s gezien. Ze zwom bij Nodales (A51), een zestienjarig vrouwtje. Ook werd gezien hoe Nodales voorkwam dat Springer naar een boot zwom. Vanaf dit moment werd Springer regelmatig met andere orka’s gezien.
“Aan de krassen die andere orka’s met hun tanden op Springers huid hadden gemaakt was te zien dat dit samenzijn niet geheel vriendelijk was verlopen.”
In oktober 2002 verliet Springer samen met de A4 en A5 pods het gebied bij Johnstone Strait. Na een winter zonder bevestigde waarnemingen kwam in juni 2003 een eind aan maanden van spanning over hoe het met Springer zou zijn. Springer was gezien en gefotografeerd in Fisher Channel en een maand later volgde een waarneming in Queen Charlotte Strait. Springer zwom samen met Yakat (A11) en Yakat’s dochter Nahwitti (A56) en leek in goede conditie te zijn. Gedurende de zomer volgden meerdere waarnemingen van Springer en andere Northern Resident orka’s.
Dubbel succes
In de jaren die volgden werd Springer regelmatig gezien, meestal met Yakat en Nahwitti. Helaas overleed Yakat in januari 2013, waardoor Springer, Nahwitti en Nahwitti’s kalfje de leidster van hun groep kwijtraakte. Gelukkig kwam enkele maanden daarna goed nieuws, begin juli 2013 werd Springer namelijk samen gezien met haar eerste kalfje die de naam Spirit (A104) kreeg. En vier jaar later kwam daar een tweede kalf bij. De redding van Springer was al een groot succes en is nu een nog groter succes. Door het krijgen van nakomelingen draagt Springer nu en in de toekomst op een belangrijke manier bij aan het voorbestaan van haar populatie: de Nortern Residents.
Bronnen:
- Vancouver Aquarium
- Wikipedia
- Operation Orca – D. Francis & G. Hewlett
- Orphan orca: saving Springer (documentaire)
- CBC News